Felice was op zoek naar voedsel en bleef maar naar achter , links en rechts kijken maar niet naar voren. Opeens voelde ze nattigheid bij haar poot en schrok. Ze zag een groot meer recht voor zich. De zon ging langzaam onder zonder dat Felice iets gegeten had. Ze had honger maar kon niks vinden , geen voedsel voor haar vandaag. Ze ging liggen voor het meer en keek hoe het langzaam donker werd. Ze deed geen oog dicht maar bleef kijken of er toevallig iets langs kwam , als voedsel. Opeens zag ze de maan recht boven het meer staan , met een prachtig wit licht. Ze bleef er maar naar staren , ze had nog nooit zo een mooie volle maan gezien . Ze bedacht niet eens hoeveel honger ze had totdat ze iets hoorde ritselen , het was een groot hert , en ook nog heel oud. Ze dacht even na , keek snel om , greep het beest bij de nek ,beet het dood en scheurde het open. Ze keek gauw weer naar de volle maan en had nu eten. Hoewel ze helemaal alleen was , ze was toch blij. Ze voelde zich thuis , ze had eten en een prachtig zicht met een weerspiegeling op het meer. Ze viel snel in slaap met het hert 3kwart op. De volgende dag at ze het laatste kwart van het hert op en rende het meer over, waterdruppels sprongen alle kanten uit en ze kreeg natte poten ,maar niks kon haar schelen nu ze een mooie nacht heeft gehad met de mooiste volle maan die ze ooit zag. Ze ging verder op zoek naar voedsel en andere wolven want dat is alles wat ze kon . Ze moest wel, ze kan niet alles overleven alleen en met maar een hert op. Ze is te mager om grotere beesten te pakken , maar ze kwam een beer tegen. Een grote bruine agressieve beer die het op haar gemunt had. Ze bleef maar rennen door al het water heen maar de beer gaf niet op. Op een bepaald moment kon ze niet meer , Ze probeerde de beer te grijpen in zijn nek maar miste . Ze ontweek de klauwen maar wist dat ze dat niet lang kon volhouden. Ze beet toen snel ik zijn poot en rende met haar laatste beetje kracht weg. Ze was de beer voorlopig kwijt , maar ze kon niet meer achter een snel beest jagen , ze moest wat anders vinden. Ze liep een ander meer over , zag daar een boom en ging er tegen aan liggen . Ze viel in slaap maar probeerde goed te luisteren of ze iets hoorde want ze kon nu niks anders bedenken dan voedsel